woensdag 17 juni 2009

How to Link Twitter to LinkedIn


Thanks to Hans Mestrum and Mischa Coster today I found out how to link Twitter to Linkedin. The blog was in Dutch and @ITworks suggested to translate. Hereby the translation in English:


A way to automatically send your tweets to LinkedIn as status updates.


How to link Twitter and LinkedIn:


  1. Sign up for Ping.fm

  2. Add LinkedIn as service and get ’status updates’ ON

  3. Sign up for twitterfeed.com
    Click on ‘my feeds’ and add a new feed (‘Create new feed’)

  4. Choose ‘Ping.fm’ feed from the menu

  5. You need a ping.fm ‘application key’ to send data. Click on ‘You Ping.fm Application Key’. You find the key on the ping.fm page. Click the key and copy

  6. Paste in twitterfeed window

  7. Click on 'get available methods' and choose 'status'

  8. Go to twitter profilepage, e.g. http://www.twitter.com/vanpopta

  9. Click with right mousebutton on RSS icon and copy link

  10. Go back to twitterfeed and paste link in field ‘RSS Feed URL’

  11. Change the frequency to 30 minutes and choose 5 updates

  12. Choose 'title only' at 'Include'

  13. Mark ‘Include item link’ OFF

  14. Leave the rest on default and click 'Create’ button


It's not realtime, once in 30 minutes is the maximum!


(c) All the credits for this hack are for Mischa Coster. I just wrote the translation and added step 7

maandag 8 juni 2009

The power of feedback - part 1

Last friday I had an interesting meeting on Virtual Action Learning (VAL) in Breda. One of the items that struck me most is the discussion we had on the 'power of feedback' (by John Hattie). I mentioned this also on Twitter and Wilfred Rubens wrote an instant blog on the subject. I also received an interesting article by John Hattie (and Helen Timperley). The online version of this article can be found at: http://rer.sagepub.com/cgi/content/abstract/77/1/81

The article discusses the effectiveness of feedback. It is said that feedback is one of the most powerful influences on learning and achiement, but its impact can be either positive or negative. The article reviews the evidence related to its impact. This evidence shows that although feedback is among the major influences, the type of feedback and the way it is given can be differentially effective.

In the review, feedback is conceptualized as information provided by an agent (e.g., teacher, peer, book, parent, self, experience) regardings aspects of one's performance or understanding. Research shows that feedback can be powerful in learning, but show considerable variability, indicating that some types of feedback are more powerful than others. Those studies showing the highest effect sizes involved students receiving information feedback about a task and how to do it more effectively. Lower effect sizes were related to praise, rewards and punishment.

As I am confinced that one of the key-factors in succesfull technology enhanced learning is using a task-centered learningmodel based on learning by giving and receiving feedback from peers (and teachers), I'm very interested in this study. I will write more on this matter in future blogs.

dinsdag 2 juni 2009

Waarom niet iedere docent zijn eigen leeromgeving?

In de afgelopen drie weken heb ik drie keer een college mogen geven aan nieuwe docenten van de HAN (en een aantal andere HBO-instellingen). Het college ging over E-Learning in het HBO en ik zoomde daarin in op een case uit de praktijk. Doel van het college was om de aanwezigen te 'Sensibiliseren, activeren en stimuleren in het gebruik van e-learning in het onderwijs'. Los van het feit dat het heel leuk is om zo'n college te geven, is het voor mij als adviseur ook handig om ervaringen en (ongezouten) meningen van relatief nieuwe gebruikers van de o.a. onze elektronische leeromgeving HAN-Scholar, te horen.

2 vragen die steeds terugkeerden uit de groep waren: 'Wat wil de HAN met HAN-Scholar' en 'Waarom mag ik als docent niet zelf bepalen welke leeromgeving ik inzet'. Het college duurde slechts een uur, dus ik had niet de gelegenheid om hier uitgebreid bij stil te staan. Maar de vragen zijn wel heel relevant.

Om met de eerste te beginnen: 'Wat wil de HAN met HAN-Scholar'. Het feit dat dit voor een beginnen docent niet duidelijk is, is op zichzelf niet zo raar. Er komen veel nieuwe dingen op je af en de meeste docenten zijn vooral bezig om op tijd hun lessen voor te bereiden en niet met het waarom van de ELO. Aan de andere kant is het blijkbaar zo dat de opzet en de communicatie rond HAN-Scholar onvoldoende duidelijk maakt wat we hier als HAN mee willen. De idee achter de ontwikkeling van de ELO, is namelijk dat we een systeem neergezet hebben, dat dusdanig flexibel is, dat elke docent (en student) hier zijn ei in kwijt kan. Risico van deze keuze is dat een (beginnend) docent ondergesneeuwd raakt in de grote hoeveelheid mogelijkheden en door de bomen het bos niet meer ziet. Dit pleit voor een goede ondersteuning van met name de beginnend docenten. Een opleiding moet hiervoor zelf helder maken wat ze met een ELO willen en vooral ook wat ze niet willen en op welke wijze ze de betrokken docenten hierin mee kunnen krijgen. Bij de meeste opleiding mist dit beeld en nog erger mist ook deze ondersteuning. Als ondersteunende organisatie staan we hier vervolgens deels machteloos, omdat wij niet verantwoordelijk zijn voor de eerste lijns ondersteuning. Mijn advies aan een beginnend docent is dan ook, kaart deze kwesties aan bij je opleidingsmanager. Hij of zij is de aangewezen persoon om dit op te pakken.

De tweede vraag heeft betrekking op de mate van standaardisatie van een ELO. De meeste HBO-instellingen kiezen voor 1 standaard leeromgeving, waar alle opleidingen gebruik van kunnen maken. De voornaamste overweging voor deze keuze is kostenreductie. Maar met argument is het moeilijk om een docent te overtuigen. Er is nog een andere belangrijke reden. Met het bieden van 1 elektronische leeromgeving is het namelijk ook mogelijk om een betere kwaliteit te realiseren. Dit kent een aantal kanten. Om te beginnen de ontwikkeling van de omgeving. Door de concentratie van de activiteiten op 1 omgeving, ben je als instelling in staat om alle inspanningen te focussen, waardoor je eenvoudiger kunt zorgen voor een up to date omgeving, dan als er sprake is van meerdere omgevingen. Daarnaast speelt de ondersteuning bij het inzetten van de omgeving een belangrijke rol. Doordat we ons concentreren op 1 omgeving is het eenvoudiger om de ondersteuning op een hoog niveau te professionaliseren, dan als we meerdere omgevingen in beheer zouden moeten nemen. Uiteindelijk is de keuze voor 1 standaard leeromgeving als het goed is in het belang van de student. Op centraal niveau is sprake van een bepaalde mate van standaardisering (1 leeromgeving), maar op decentraal niveau geven we de organisatie veel vrijheid zodat flexibilisering naar de onderwijsleersituatie mogelijk blijft. Ik zie het als de combinatie van twee voordelen, maar of iedereen het zo ziet?

Al met al doet deze college-reeks me concluderen dat we als centrale organisatie meer direct contact moeten hebben met de echte gebruikers, zodat we nog beter in staat zijn om ons aanbod vraaggericht in te vullen.