donderdag 15 oktober 2009

De nieuwe digitale kloof: mediageletterdheid

Gisteravond heb ik de 10e Frank Stötelerlezing bij Pabo Arnhem (HAN) bijgewoond. Frank opende zelf de bijeenkomst met een aansprekende lezing waarin hij terugblikte op de inhoud van de eerdere lezingen en op basis van door hem opgedane kennis en ervaringen in het onderwijs aangaf wat een goede leerkracht en goed onderwijs betekenen in de 21ste eeuw. Deze keynote werd gevolgd door een keuzeprogramma, waaruit ik het onderwerp Onderwijs en ICT koos.
Marijke Kral stond in haar workshop stil bij het verleden, heden en toekomst van Onderwijs en ICT in het primair onderwijs (met uitstapjes naar middelbaar en hoger). In haar presentatie maakte ze een onderverdeling in drie perioden van vijf jaar, 1995-2000 (focus op de spullen (hard- en software), 2000-2005 (focus op de docent), 2005-2009 (focus op de leerling). De tekst van haar presentatie verschijnt binnenkort samen met de andere bijdragen in een boekje dat ter ere van de 10e en laatste lezing uitgegeven wordt.
Aangezien ikzelf ook sinds 15 jaar betrokken ben bij Onderwijs en ICT, waren de onderdelen van de terugblik bekend, maar Marijke presenteerde het verhaal op een toegankelijke manier. Mijn aandacht werd in het bijzonder getrokken door de volgende slide: http://twitgoo.com/43mae. Marijke vertelde over de nieuwe digitale kloof: multimediale geletterdheid. Ik ben bekend met het pleidooi voor 'informatie-geletterdheid' of de noodzaak voor het aanleren van informatievaardigheden. Maar de insteek van Marijke sprak me meer aan. Er stonden nog meer interessante begrippen op dezelfde slide: conversationele kennis, weten = verbonden zijn en een verwijzing naar George Siemens, Knowing Knowledge.
De genoemde begrippen zijn niet nieuw. Ik heb echter het idee, dat ze steeds actueler worden. De noodzaak van het vaardig om kunnen gaan met de diverse (digitale) media dringt steeds meer door in ons leven en dus ook in onze scholen. De kern van het verhaal draait om het idee dat het steeds belangrijker wordt dat we onze kinderen leren, dat je anderen nodig hebt om te leren. Leren is meer een sociaal proces, waarbij je alleen kunt leren als je onderdeel uitmaakt van een netwerk. Iedere deelnemer bezit stukjes van de puzzel en moet dus in staat zijn om deze te delen. Willen we dat onze leerlingen zich deze vaardigheden eigenmaken, dan moet je als docent een beeld hebben van het medialandschap waar je leerlingen/studenten onderdeel van uitmaken en bij voorkeur hier zelf ook in participeren (en bijdragen).
Marijke sloot haar presentatie af met de vraag hoe we dit in het onderwijs gaan realiseren. Op deze vraag is helaas geen eenvoudig antwoord te geven. We hebben in het verleden eerst de computers het klaslokaal in gebracht en daarna de docenten gestimuleerd met grassroots-projecten, maar het gebruik van ICT in het onderwijs blijft nog altijd zeer beperkt. Ik vestig mijn hoop op de leerlingen zelf, maar ook op de toekomstige docenten. Maar dat betekent dat ik mijn hoop dus vestig op onze huidige studenten van de educatieve faculteit. Zou het dan nog 15 jaar duren?

woensdag 7 oktober 2009

What are you doing?


Sinds de aanschaf van mijn HTC Hero (Android) sta ik meer open voor ‘Open Source’ ontwikkelingen. Ik kom er namelijk achter dat deze ontwikkelingen goed passen bij mijn ideeën over onderwijs nu en in de toekomst. Het valt me op dat de nieuwe manieren van communiceren, die web 2.0 en social media ons bieden door veel mensen als vanzelfsprekend een belangrijke rol in hun leven spelen. Met de snelheid waarmee de mobiele telefoon is geïntegreerd, zie ik om me heen ook de omarming van de mogelijkheden van sociale netwerken zoals Hyves en Facebook. Het is niet meer voorbehouden aan mensen die zich interesseren voor nieuwe ICT-ontwikkelingen alleen. De meeste gebruikers zien de sociale netwerken als een laagdrempelige (maar ook verrijkende) manier om contacten te onderhouden, zoals je voorheen de telefoon pakte.

Natuurlijk betoog ik hier niks nieuws. En we (adviseurs) roepen ook al jaren dat we hier in het onderwijs iets mee moeten. We zien nog steeds dat de didactische vernieuwingen in de praktijk achterblijven bij de mogelijkheden. Ik kom er echter steeds meer achter dat de nieuwe ontwikkelingen zoals Twitter passen binnen een ander paradigma van leren. Dit nieuwe paradigma, dat ik voor het gemak even ‘Share2Dialogue’ noem, is er op gericht dat leren een sociaal proces is, waarbij de ene persoon leert van een ander. Dit proces start bij het moment waarop een persoon besluit om te delen wat hem bezig houdt/waar hij mee bezig is. Het proces krijgt een vervolg doordat een andere persoon kennis neemt van ‘het gedeelde’. Door de ander de gelegenheid te geven om hier vervolgens eigen inzichten aan toe te voegen ontstaat een dialoog, die beide partijen nieuwe inzichten oplevert.

Het is aan het onderwijs om te bepalen hoe open we dit proces willen organiseren en welke elementen uit het proces meegenomen kunnen worden in de beoordeling. De gemiddelde docent denkt nog in termen van afschermen, controle en spieken. Willen we dat onze studenten ook in de toekomst gemotiveerd zijn om te leren, dan zullen we af moeten stappen van het paradigma van de controle. Als we het lef hebben om studenten meer los te laten, krijgen we hier actief lerenden voor terug. Hierbij past een meer open ingerichte leeromgeving, die een lerende aanzet om met anderen te delen ‘what are you doing’? en vervolgens de dialoog aan te gaan. Aan de studenten zal het niet liggen :-)