woensdag 9 december 2009

Social Software en onderwijs - deel 4

Dit is deel 2 van een tekst over social software en onderwijs, klik hier voor deel 1.

Wat betekent dat voor onderwijsinstellingen zoals de HAN?
Het HBO zal niet verdwijnen maar zal niet meer de rol van kennisverstrekker hebben. De docent wordt coach en met de student leren om kennis op waarde te schatten.

Wat verwacht een student eigenlijk van onderwijs op een HBO? Moet je ‘social software rijk’ onderwijs aanbieden? Of zitten ze daar juist niet op te wachten?

Wij kijken naar studenten vanuit ons oude perspectief. We vinden dat studenten alles moeten doen zoals wij het vroeger deden. Dus tegelijkertijd studeren, muziek lezen en bellen is slecht. Maar als ze daardoor gewoon goede cijfers halen, is dat dan ook zo. Maar is het niveau van de scholieren niet afgenomen? Maar wat is niveau? Is het niet zo dat scholieren andere dingen kunnen dan vroeger en daardoor misschien minder kunnen rekenen. Waarom vinden we het zo belangrijk dat jongeren goed kunnen spellen, is dit niet een soort generatietruttigheid? Maar we zitten wel in een soort tussenfase waarin oude vaardigheden als spellen en rekenen nog heel erg belangrijk worden gevonden. Dus je kan ook niet zeggen dat ze het niet hoeven te kunnen.

Daarnaast is het misschien wel zo dat jongeren ‘verpest’ zijn door het onderwijs dat ze krijgen voor ze op het HBO komen. Als je een student vraagt wij hij/zij verwacht van onderwijs dan willen ze gewoon een docent voor de klas. Maar is dat omdat ze dat echt willen of is dat omdat ze al 12 jaar niets anders gewend zijn. Waarom wordt er in het basisonderwijs niet veel meer gamebased onderwijs gegeven? Natuurlijk is het zo dat een student ook gebaat is bij een inspirerend hoorcollege.

De vraag blijft hoe je om moet gaan met ICT in het onderwijs. En hoe krijg je nou die docenten zover om daar meer mee te doen?

Marijke Kral liet zien in de Frank Stotelerlezing dat in 30 jaar ICT in onderwijs we eigenlijk nog aan het begin staan. Er is nog weinig veranderd in het onderwijs. Dit ligt voor een groot deel aan organisatie en cultuur. Het is heel moeilijk om de cultuur van een organisatie te veranderen. Wat vaak goed werkt is werken vanuit de vraag van de studenten. Maar deze zijn gedeeltelijk afgestompt door het onderwijs dat ze gewend zijn te krijgen en zullen dus niets nieuws vragen. Bovendien hebben ze niet de behoefte om alles wat ze thuis gebruiken de les in te halen. Daarnaast is het lastig dat docenten vaak een behoefte hebben om de controle te behouden. Het is de discussie van dingen doen uit angst of uit liefde. Het is ook vaak niet zo dat docenten niet willen maar dat ze niet durven, niet weten hoe of dat de cultuur er niet naar is.

De docent moet juist het goede voorbeeld geven zodat studenten zijn gedrag kunnen kopieren. Geldt dat ook niet voor ons als ICTO team? Hoe zit het eigenlijk met de voorzieningen die we aanbieden? Bieden deze wel wat nodig is. Ze zijn groot en complex dus veranderen moeilijk. Moeten we ook niet social software aanbieden? Wie beslist er wat er gebruikt gaat worden, de HAN, de docent, de student?
Nu is het lastig om aan de slag te gaan met social software wegens regelgeving, bewaarplicht, privacy etc. Dat betekent niet dat het niet kan, maar dat het voor sommige toepassingen niet kan; formeel systeem vs informeel.
......wordt vervolgd.

Social Software en onderwijs - deel 3

Op woensdag 25 november hebben we met het ICTO-team een rondetafel gesprek gevoerd met @hansmestrum over de meerwaarde van Social Software voor het onderwijs. Lees hier een aantal tweets van deelnemers aan het gesprek: interessante sessie, mooie inhoudelijke discussie, "zeker inspirerend. Een vervolg is wat mij betreft wenselijk", "de sessie met Hans was erg interessant. Een vervolg zou zeker leuk zijn denk ik [...] doorpraten over web 2.0 voor de docent en hoe wij als ICTO team docenten hierin kunnen ondersteunen". Kortom, de sessie smaakt naar meer en we gaan hier in 2010 een vervolg aan geven.

Om te beginnen publiceer ik hier een verkorte weergave van het gesprek, met dank aan @esthervdlinde voor het maken van het verslag. Het verslag bevat nog veel onbeantwoorde vragen, maar dat is in deze fase alleen maar waardevol. Gezien de lengte van tekst heb ik een deel van de tekst in een tweede blogbijdrage verwerkt.
Welk effect heeft social software op de nieuwe professional?

Hans introduceert de discussie over deze vraag door aan te geven dat niet social software de mens stuurt, maar de mensen veranderen en daarom ontstaat er social software, er is vraag naar. Op zijn website heeft Hans staat een mindmap van de nieuwe professional, waarin volgende aspecten naar voren komen:

  • Wordt arbeidsgever ipv werknemer

  • Heeft veel ruimte nodig

  • Is zelfbewust, wil zichzelf zijn, heeft een grote eigenwaarde, kent zijn eigen talenten

  • Maar kent ook zijn verantwoordelijkheden

  • Wil niet gebonden zijn, ziet het niet als een recht om ergens de rest van leven te kunnen werken

  • Is voor een gelijkwaardige relatie tussen werknemers en werkgevers

  • Bouwt een netwerk op

  • Zal sneller als zelfstandig aan de slag gaan en klussen doen bij verschillende bedrijven

  • Wordt niet bepaald door een leeftijd maar door een bepaalde mentaliteit

Onze context is het onderwijs, dus vragen we ons het volgende af:
Hoe leer je een nieuwe professional te zijn?
Voor ons is het een ontwikkelingstraject maar voor jongeren is het veel meer vanzelfsprekend om op deze manier te werken. Maar uit onderzoek blijkt dat het puberbrein niet veel anders is, ze hebben nog dezelfde basisbehoeftes als vroeger. Is er wel echt een verschil? De basisbehoeftes zijn hetzelfde maar uit onderzoek blijkt dat het brein toch echt anders is. Jongeren kunnen beter informatie filteren dan wij. Het zelfvertrouwen is nu ook veel groter bij jongeren. Je hebt in deze tijd meer de kans om jezelf neer te zetten als individu, je kan al jong laten zien wat je waard bent.
De omgeving is tegenwoordig, door alle technologische mogelijkheden geschikt om ander gedrag te tonen. Je kan meer je eigen keuzes maken, je bent dus minder voorspelbaar en minder makkelijk in een hokje te stoppen. Dat wordt ook geaccepteerd. Vroeger bepaalde vaak waar je vandaan kwam en het milieu wat je leuk vond en deed, nu kan je je aansluiten bij de zwerm die het beste bij je past (en deze ook weer verlaten en je ergens anders bij aansluiten.).
We zijn individualistischer maar het gaat wel om ik in relatie met de anderen, niet om isolatie.
We gaan van een stoplichtentijdperk naar een rotondetijdperk. In het rotondetijdperk is alles minder strict georganiseerd en toch loopt alles vlotjes. Maar we moeten ons realiseren dat we nu in een overgangsfase zitten.

In alle beroepsvelden krijg je te maken met een nieuw soort clienten. Mensen zijn mondiger en beter geïnformeerd. Er wordt van je verwacht dat je samenwerkt met de client, niet dat je bepaald wat er gaat gebeuren. Dit geldt dus ook voor het onderwijs.

Dit betekent dus ook dat de studenten andere competenties moeten leren. De belangrijkste is mediawijsheid. Jouw online presence bepaalt jouw beeld. Als je foto’s van jezelf dronken op een feestje op hyves plaatst dan kan dat tegen je werken als je gaat solliciteren.

Dit nieuwe tijdperk biedt ook meer mogelijkheden voor ontwikkelingslanden en mensen die altijd minder mogelijkheden hadden. Door open source producten kunnen mensen/landen die geen dure producten kunnen betalen toegang krijgen tot technologie. Maar hiervoor moeten mensen wel toegang tot internet hebben. Mensen en landen met beperkte toegang tot internet zullen achterop raken. Ook is steeds meer onderwijsmateriaal gratis online bechikbaar. Iedereen kan het lesmateriaal van MIT inzien. Kennis moet stromen, dus waarom zou je het afschermen, je moet juist delen, dan kan je ook makkelijker kennis gaan stapelen en zal de totale hoeveelheid kennis alleen maar toenemen.
Dit is deel 1 van de tekst, lees hier deel 2.

maandag 23 november 2009

Social software en onderwijs - deel 2


In mijn vorige blog meldde ik al dat we woensdag 23 november a.s. een gesprek met Hans Mestrum hebben georganiseerd om van gedachten te wisselen over Social Software. Vanmiddag hebben we met de adviseurs de ingezonden vragen bekeken en op basis van de lijst (en de discussie) besloten om het gesprek te richten op 'social software en onderwijs'. De vraag wat het voor ons team zou kunnen betekenen, komt hiermee te vervallen.

De vragen die we woensdag aan Hans stellen zijn:
1. welk effect heeft social software op de toekomstige Hbo-professional?
2. aan welke voorwaarden moet de inzet van social software in het onderwijs voldoen willen studenten (en docenten) het omarmen?
3. wat is didactisch gezien de meest waardevolle social software?
4. wanneer moet je social software gebruiken en wanneer standaard applicaties, en vooral hoe gebruik je social software in combinatie met elkaar en met f2f?
5. hoe gaan we om met veiligheid en social software (juridische plichten, bewaarbeleid, privacy): hoe hiermee om te gaan? Wie is er verantwoordelijk als dingen via Hyves 'op straat komen te liggen' of per ongeluk 'verdwijnen' (zoals eerder met gmail gebeurde)?

Van de bijeenkomst maken we een verslag, dat o.a. via deze blog beschikbaar zal komen. De output van het gesprek gebruiken we om te bepalen wat wij als team in termen van dienstverlening willen aanbieden op dit terrein.

vrijdag 20 november 2009

Social software en onderwijs


Volgende week hebben we met ons ICTO-team een bijeenkomst met collega Hans Mestrum.
In een ronde tafel gesprek van 1 uur gaan we samen met Hans de volgende twee onderwerpen verkennen:
- Hoe kunnen we social software inzetten binnen ons eigen ICTO-team?
- Hoe kunnen we social software inzetten in het onderwijs?

Om het gesprek een beetje op gang te brengen hebben we een rondje gemaakt onder de teamleden. Uit dit rondje is op dit moment de volgende input gekomen:

Vraag 1: Is het verstandig om 'wiki' in te zetten voor het schrijven van gebruikershandleidingen van applicaties ?
Vraag 2: Welke mogelijkheden bieden social software/web 2.0 toepassingen m.b.t. de inzet van video in het onderwijs?
Vraag 3: Is integratie met (of opnames plaatsen op) de HAN-onderwijsapplicaties (HAN-scholar, DPF, QMP) mogelijk?
Vraag 4: Aan welke criteria moeten web 2.0-toepassingen als leermiddel gezien voldoen om te worden geaccepteerd/omarmd door studenten?
Vraag 5: Welke toepassing is het sterkst voor welk gebruik (maw waar zit voor elke toepassing de meeste didactische meerwaarde)? (wiki, weblog, chat, twitter), delicious)
Vraag 6: Wanneer social software gebruiken en wanneer standaard applicaties, en vooral hoe ze in combinatie met elkaar en met f2f te gebruiken?
Vraag 7: Veiligheid en social software (juridische plichten, bewaarbeleid, privacy): hoe hiermee om te gaan? Wie is er verantwoordelijk als dingen via Hyves 'op straat komen te liggen' of per ongeluk 'verdwijnen' (zoals eerder met gmail gebeurde)?
Vraag 8: Welke onderzoeken zijn er naar gebruik van social software door jongeren (en nog specifieker: gebruik in educatieve settings) en wat zijn de resultaten?


Daarnaast is er wat achtergrondmateriaal beschikbaar op het terrein van social software en onderwijs, namelijk:
Wilfred Rubens: presentatie social softwar en leren
Web 2.0 als leermiddel

Ik zal via deze weblog over onze vorderingen rapporteren (status: 23/11 10:41 vier vragen toegevoegd)

donderdag 12 november 2009

Samen slim leren? - de eerste dag

Het thema van de (Surf) onderwijsdagen was dit jaar: Samen Slim Leren. Met een record van meer dan 900 bezoekers in twee dagen, is Surf in samenwerking met er in samenwerking met Kennisnet wederom in geslaagd een mooi programma te presenteren. Op slideshare zijn alle presentaties terug te vinden. In deze blog sta ik stil bij mijn persoonlijke programma.

Net op tijd arriveerde ik in de zaal voor de openingsspeech van Liebrand in samenwerking met minister Plasterk als avatar. Een leuk vondst die avatar. De opening werd gevolgd door de keynote van Richard Baraniuk uit Houston over Open Education. Hij pleit o.a. voor persoonlijke boeken, aangezien ieder kind verschillend is. Een ander interessant punt vond ik zijn opmerking over het 'peer-review-systeem'. In zijn ogen staat dit op instorten en zijn toepassingen als delicious hiervoor een oplossing.

Voor de eerste sessieronde koos ik voor de sessie 'Kijk mam - zonder wachtwoord!' door Joost van Dijk van SURFnet. Hij hield een presentatie over Open ID en de federatie. Hij vertelde o.a. dat een groot nadeel van het werken met Open ID is dat je daar kunt liegen bij het opgeven van je ID. Als je gebruik maakt van een federatie (bv. die van Surf) is dit niet het geval. Dan geeft de hogeschool aan dat je daadwerkelijk de betreffende student bent.

Na een snelle zaalwisseling sloot ik me aan in de rij voor zaal 718, waar twee medewerkers van de TU Eindhoven een presentatie gaven over de DLWO van de TUe.
Deze DLWO - Digitale Leer- WerkOmgeving stelt de gebruiker centraal. De presentatoren Joost Timmermans en Thieu Mennen vertelden open en eerlijk over hun plannen en geleerde lessen rond de realisatie van de nieuwe DLWO. In de afgelopen weken was ik hun plaatjes al op het web tegengekomen. Aangezien we binnen de HAN druk aan het denken zijn over een studentenportal, sprak het verhaal me erg aan. Zaken die mij in het verhaal erg aanspraken waren:
  • Processen houden zich niet aan systeemgrenzen
  • Fase dlwo 1 is single logon
  • Helder Plaatje applicatie architectuur tue dlwo met sharepoint als GUI, biztalk etc
  • Overgang naar dlwo betekent keuzes uit verleden ter discussie te stellen, eerst GUI dan technisch nabouwen
  • Briljante uitwerking van de dlwo bij TUe doordat ze uitgaan van processen ipv applicaties
  • Doe geen nieuwe dingen
  • Eerst beheerorganisatie op orde dan pas beginnen met ontwikkelen dlwo
Na de lunch stond de verdiepingssessie over Virtual Action Learning van Jos Baeten en Robert-Jan Simons en Karin Valke van Citowoz op mijn programma. De zaal bleek uitverkocht en ondanks dat ik het verhaal natuurlijk al ken, was het wederom een waardevolle sessie (met veel bekenden :-)). De workshop had als titel: Meer van elkaar dan van de docent leren en het merendeel van de aanwezigen moest na de reflectie concluderen dat dit het geval was geweest. Zie ook de bijdrage van Wilfred Rubens over deze workshop, die zelf als voorzitter optrad.

Na de verdiepingssessie werden alle deelnemers verzocht snel naar de grote zaal te gaan voor de afsluitende keynote van de eerste dag door Marc Lammers, coach van het nederlands dameshockeyteam. Hij hield een aansprekende presentatie met mooie beelden en uitspraken. Met name zijn focus op de dingen waar je goed in bent (en daar beter in worden) sprak me aan.

Tijdens de afsluitende borrel nog wat bijgepraat en gepoked. De eerste dag bestond wat mij betreft uit een veelzijdig en interessant programma. Door mijn keuze voor de verdiepingssessie heb ik twee sessies gemist, die ik anders wel bij had willen wonen, namelijk:
  • Augmented Reality: Toegevoegde waarde voor onderwijs? door Arno Coenders (Kennisnet)
  • DLWO functionaliteiten door Gerdien Jansen (Vrije Universiteit Amsterdam), Ronald Ham (SURFfoundation) en Nico Juist (Hogeschool INHolland)

maandag 9 november 2009

Onderzoek naar inzet Sharepoint in Hoger Onderwijs


Vandaag las ik een artikel waarin onderzoek gedaan is naar de inzet van Sharepoint in Hoger Onderwijs instellingen in de UK. Het is een zogenaamde Literature Review. Bij gebrek aan veel peer-reviewed materiaal (omdat Sharepoint nog zo nieuw is) heeft men vooral gebruik gemaakt van materiaal dat op websites van de onderwijsinstellingen is gepubliceerd en via Google op het web toegankelijk is. Het artikel bevat ook verwijzingen naar voorbeelden uit de US en Nederland (waaronder TU Twente en Universiteit Utrecht).
Het artikel geeft een duidelijk en herkenbaar overzicht van de diverse toepassingsmogelijkheden van Sharepoint. De volgende toepassingen worden onderscheiden:
  • document management en team samenwerking

  • ondersteuning lesgeven en leren

  • ondersteuning onderzoeksteams

  • studentenadministratie

  • sociale software

  • workflow en procesverbetering

  • business intelligence

  • instituutsportal, intranet, externe website
Binnen de HAN gebruiken we Sharepoint op verschillende manieren. Het artikel geeft per toepassing voorbeelden weer uit de UK, maar ook uit Nederland. Het artikel eindigt met de conclusie dat er verder onderzoek gedaan moet worden naar de implementatie van Sharepoint in het hoger onderwijs. Met name door de snelheid waarmee Sharepoint een plek heeft gekregen in de HO-instellingen, maakt dat er tot op heden weinig is geschreven over de voors en tegens.
Gezien de snelheid waarmee Microsoft de nieuwe versies op elkaar laat volgen, ben ik bang dat we ook de komende jaren te weinig tijd zullen hebben voor het schrijven van (peerreviewed) artikelen op dit terrein. Voor we het weten zijn we te druk met het migreren naar nieuwe versies en vergeten we stil te staan bij de ervaringen in de praktijk. We moeten niet vergeten om te onderzoeken in hoeverre onze oorspronkelijke doelen met de implementatie van Sharepoint zijn gerealiseerd.

vrijdag 6 november 2009

HANovatie themadag 2009: tijd voor toetsing

Voordat de HAN mijn werkgever werd, was ik o.a. werkzaam als consultant bij het adviesbureau Citowoz. Door een niet geheel toevallige samenloop van omstandigheden kwam ik als externe consultant bij de HAN terecht om mee te denken over het beleid op het gebied van E-Learning. In die tijd (rond 2002) heb ik het idee geintroduceerd om binnen de HAN een website te starten waarop we kennis konden delen rond het thema Onderwijs en ICT. De naam van de site 'HANovatie' was daarmee geboren. Inmiddels zijn we ruim zes jaar verder en vond vandaag de zesde HANovatie themadag plaats. Ook deze keer georganiseerd door het ICT en Onderwijs team van de afdeling SCO (Service Centrum Onderwijs) van de HAN.

Het thema vandaag was 'tijd voor toetsing' en dat leverde een reeks aan interessante workshops op. De dag had Gert-Jan Sinke als keynote-speaker, gevolgd door een debat met een panel en publiek. Ik mocht vandaag als debatleider optreden. Het debat leverde veel activiteit op en was een mooie opwarmer voor de workshops die daarna volgden. In de eerste workshopronde mochten Niels Maes (collega) en ikzelf weer een keer ons verhaal over Virtual Action Learning vertellen. Deze keer vanuit het perspectief van beoordelen. Na een tweede workshopronde was het tijd voor de uitreiking van de jaarlijkse HAN-Scholar-prijs. Deze prijs wordt sinds drie jaar uitgereikt aan de beste site in HAN-Scholar. Van de uitreiking heb ik een opname gemaakt:


De prijs werd uitgereikt door de voorzitter van de jury, René Tönissen en ging deze keer naar de site van Opleidingskunde.

Er is veel beeldmateriaal beschikbaar van de HANovatiethemadag. Een aantal verwijzingen:

Ik vind persoonlijk de hanovatie themadag elk jaar weer een hoogtepunt. De organisatie verloopt soepel, de sfeer is prettig, informeel en open. De deelnemers zijn stuk voor stuk bereid om van elkaar te leren. De combinatie van interne en externe deelnemers en sprekers geeft de dag een extra dimensie en gelukkig waren dit jaar ook veel docenten aanwezig. Al met al een geslaagd concept, waar ik met veel plezier elk jaar mijn bijdrage aan lever.

donderdag 15 oktober 2009

De nieuwe digitale kloof: mediageletterdheid

Gisteravond heb ik de 10e Frank Stötelerlezing bij Pabo Arnhem (HAN) bijgewoond. Frank opende zelf de bijeenkomst met een aansprekende lezing waarin hij terugblikte op de inhoud van de eerdere lezingen en op basis van door hem opgedane kennis en ervaringen in het onderwijs aangaf wat een goede leerkracht en goed onderwijs betekenen in de 21ste eeuw. Deze keynote werd gevolgd door een keuzeprogramma, waaruit ik het onderwerp Onderwijs en ICT koos.
Marijke Kral stond in haar workshop stil bij het verleden, heden en toekomst van Onderwijs en ICT in het primair onderwijs (met uitstapjes naar middelbaar en hoger). In haar presentatie maakte ze een onderverdeling in drie perioden van vijf jaar, 1995-2000 (focus op de spullen (hard- en software), 2000-2005 (focus op de docent), 2005-2009 (focus op de leerling). De tekst van haar presentatie verschijnt binnenkort samen met de andere bijdragen in een boekje dat ter ere van de 10e en laatste lezing uitgegeven wordt.
Aangezien ikzelf ook sinds 15 jaar betrokken ben bij Onderwijs en ICT, waren de onderdelen van de terugblik bekend, maar Marijke presenteerde het verhaal op een toegankelijke manier. Mijn aandacht werd in het bijzonder getrokken door de volgende slide: http://twitgoo.com/43mae. Marijke vertelde over de nieuwe digitale kloof: multimediale geletterdheid. Ik ben bekend met het pleidooi voor 'informatie-geletterdheid' of de noodzaak voor het aanleren van informatievaardigheden. Maar de insteek van Marijke sprak me meer aan. Er stonden nog meer interessante begrippen op dezelfde slide: conversationele kennis, weten = verbonden zijn en een verwijzing naar George Siemens, Knowing Knowledge.
De genoemde begrippen zijn niet nieuw. Ik heb echter het idee, dat ze steeds actueler worden. De noodzaak van het vaardig om kunnen gaan met de diverse (digitale) media dringt steeds meer door in ons leven en dus ook in onze scholen. De kern van het verhaal draait om het idee dat het steeds belangrijker wordt dat we onze kinderen leren, dat je anderen nodig hebt om te leren. Leren is meer een sociaal proces, waarbij je alleen kunt leren als je onderdeel uitmaakt van een netwerk. Iedere deelnemer bezit stukjes van de puzzel en moet dus in staat zijn om deze te delen. Willen we dat onze leerlingen zich deze vaardigheden eigenmaken, dan moet je als docent een beeld hebben van het medialandschap waar je leerlingen/studenten onderdeel van uitmaken en bij voorkeur hier zelf ook in participeren (en bijdragen).
Marijke sloot haar presentatie af met de vraag hoe we dit in het onderwijs gaan realiseren. Op deze vraag is helaas geen eenvoudig antwoord te geven. We hebben in het verleden eerst de computers het klaslokaal in gebracht en daarna de docenten gestimuleerd met grassroots-projecten, maar het gebruik van ICT in het onderwijs blijft nog altijd zeer beperkt. Ik vestig mijn hoop op de leerlingen zelf, maar ook op de toekomstige docenten. Maar dat betekent dat ik mijn hoop dus vestig op onze huidige studenten van de educatieve faculteit. Zou het dan nog 15 jaar duren?

woensdag 7 oktober 2009

What are you doing?


Sinds de aanschaf van mijn HTC Hero (Android) sta ik meer open voor ‘Open Source’ ontwikkelingen. Ik kom er namelijk achter dat deze ontwikkelingen goed passen bij mijn ideeën over onderwijs nu en in de toekomst. Het valt me op dat de nieuwe manieren van communiceren, die web 2.0 en social media ons bieden door veel mensen als vanzelfsprekend een belangrijke rol in hun leven spelen. Met de snelheid waarmee de mobiele telefoon is geïntegreerd, zie ik om me heen ook de omarming van de mogelijkheden van sociale netwerken zoals Hyves en Facebook. Het is niet meer voorbehouden aan mensen die zich interesseren voor nieuwe ICT-ontwikkelingen alleen. De meeste gebruikers zien de sociale netwerken als een laagdrempelige (maar ook verrijkende) manier om contacten te onderhouden, zoals je voorheen de telefoon pakte.

Natuurlijk betoog ik hier niks nieuws. En we (adviseurs) roepen ook al jaren dat we hier in het onderwijs iets mee moeten. We zien nog steeds dat de didactische vernieuwingen in de praktijk achterblijven bij de mogelijkheden. Ik kom er echter steeds meer achter dat de nieuwe ontwikkelingen zoals Twitter passen binnen een ander paradigma van leren. Dit nieuwe paradigma, dat ik voor het gemak even ‘Share2Dialogue’ noem, is er op gericht dat leren een sociaal proces is, waarbij de ene persoon leert van een ander. Dit proces start bij het moment waarop een persoon besluit om te delen wat hem bezig houdt/waar hij mee bezig is. Het proces krijgt een vervolg doordat een andere persoon kennis neemt van ‘het gedeelde’. Door de ander de gelegenheid te geven om hier vervolgens eigen inzichten aan toe te voegen ontstaat een dialoog, die beide partijen nieuwe inzichten oplevert.

Het is aan het onderwijs om te bepalen hoe open we dit proces willen organiseren en welke elementen uit het proces meegenomen kunnen worden in de beoordeling. De gemiddelde docent denkt nog in termen van afschermen, controle en spieken. Willen we dat onze studenten ook in de toekomst gemotiveerd zijn om te leren, dan zullen we af moeten stappen van het paradigma van de controle. Als we het lef hebben om studenten meer los te laten, krijgen we hier actief lerenden voor terug. Hierbij past een meer open ingerichte leeromgeving, die een lerende aanzet om met anderen te delen ‘what are you doing’? en vervolgens de dialoog aan te gaan. Aan de studenten zal het niet liggen :-)

maandag 7 september 2009

Welk onderwijs werkt?

Als mensen aan mij vragen waarom ik Virtual Action Learning (VAL) een aansprekend onderwijsconcept vind, dan is mijn standaardantwoord: omdat het werkt. Maar waar baseer ik deze wijsheid op? o.a. de discussie rond het korten van de subsidies van een aantal basisscholen door staatssecretaris Dijksma en de recente blogs van Wilfred Rubens over de meerwaarde van online leren boven face to face leren, maakt een 'oude' vraag weer actueel: welk onderwijs werkt. Het antwoord op deze vraag is wat mij betreft ook relevant gezien mijn serieuze plannen om onderzoek te doen naar de meerwaarde van onderwijs.

De blog van Rubens verwijst naar een kritische blog van Nicolas Carr waarin hij reageert op diverse bloggers die met de resultaten van het amerikaanse onderzoek (waarin beweerd wordt dat online leren beter werkt dan leren in het klaslokaal) in de hand pleiten voor het sluiten van de scholen. Rubens sluit zich bij de opvattingen van Carr aan. En ik moet bekennen dat ik het er ook mee eens ben.

Ik werk sinds 1994 op het gebied van Onderwijs en ICT en sindsdien voeren we een strijd om ICT een serieuze plek in het onderwijs te geven. Natuurlijk hebben we in deze strijd behoefte aan bewijzen dat online leren meerwaarde heeft. De genoemde onderzoeksresultaten hebben vanzelfsprekend hun bijdrage aan de beleidsvorming. Maar we moeten wel kritisch blijven naar de resultaten en de wijze waarop deze verkregen zijn, voordat we met de conclusies aan de haal gaan.

Terecht verwijst Rubens in zijn eerdere blog naar de vragen die je kunt stellen bij het doen van onderzoek naar de 'effectiviteit van onderwijs' met evidence based research:
"De complexiteit en m.i. onuitvoerbaarheid van evidence based onderzoek naar onderwijs wordt geïllustreerd door Paul Kirschner in het hoofdstuk "Evidence based onderwijs: waar gaat het nou over?" in http://www.sardes.nl/simple/download.php?fileId=764. Ik ben het vaak niet met Kirschner eens, maar op dit (en ook wel anderen) wel. Met name de methodologische problemen, die Kirschner beschrijft maken dat ik zeer sceptisch sta ten opzichte van pleidooien voor evidence-based onderzoek"

Ik heb de bijdrage van Kirschner gelezen en sluit me aan bij zijn kritische opmerkingen. Het onderwijs is gelukkig op dit punt niet vergelijkbaar met de gezondheidzorg en onderwijs zonder context bestaat volgens mij niet. Is dit dan een reden om geen onderzoek meer te doen naar de effectiviteit van onderwijs? Naar mijn mening is dit niet het geval. Het is in het belang van de verbetering van het onderwijs, dat er meer wetenschappelijke bewijzen komen of bepaalde onderwijsmodellen werken. Hoe, wanneer en door wie? Daar heb ik op dit moment nog geen antwoord op, maar ik blijf de ontwikkelingen (kritisch) volgen. En op termijn zal ook ik proberen een gefundeerd antwoord te vinden op de vraag: welk onderwijs werkt?

woensdag 17 juni 2009

How to Link Twitter to LinkedIn


Thanks to Hans Mestrum and Mischa Coster today I found out how to link Twitter to Linkedin. The blog was in Dutch and @ITworks suggested to translate. Hereby the translation in English:


A way to automatically send your tweets to LinkedIn as status updates.


How to link Twitter and LinkedIn:


  1. Sign up for Ping.fm

  2. Add LinkedIn as service and get ’status updates’ ON

  3. Sign up for twitterfeed.com
    Click on ‘my feeds’ and add a new feed (‘Create new feed’)

  4. Choose ‘Ping.fm’ feed from the menu

  5. You need a ping.fm ‘application key’ to send data. Click on ‘You Ping.fm Application Key’. You find the key on the ping.fm page. Click the key and copy

  6. Paste in twitterfeed window

  7. Click on 'get available methods' and choose 'status'

  8. Go to twitter profilepage, e.g. http://www.twitter.com/vanpopta

  9. Click with right mousebutton on RSS icon and copy link

  10. Go back to twitterfeed and paste link in field ‘RSS Feed URL’

  11. Change the frequency to 30 minutes and choose 5 updates

  12. Choose 'title only' at 'Include'

  13. Mark ‘Include item link’ OFF

  14. Leave the rest on default and click 'Create’ button


It's not realtime, once in 30 minutes is the maximum!


(c) All the credits for this hack are for Mischa Coster. I just wrote the translation and added step 7

maandag 8 juni 2009

The power of feedback - part 1

Last friday I had an interesting meeting on Virtual Action Learning (VAL) in Breda. One of the items that struck me most is the discussion we had on the 'power of feedback' (by John Hattie). I mentioned this also on Twitter and Wilfred Rubens wrote an instant blog on the subject. I also received an interesting article by John Hattie (and Helen Timperley). The online version of this article can be found at: http://rer.sagepub.com/cgi/content/abstract/77/1/81

The article discusses the effectiveness of feedback. It is said that feedback is one of the most powerful influences on learning and achiement, but its impact can be either positive or negative. The article reviews the evidence related to its impact. This evidence shows that although feedback is among the major influences, the type of feedback and the way it is given can be differentially effective.

In the review, feedback is conceptualized as information provided by an agent (e.g., teacher, peer, book, parent, self, experience) regardings aspects of one's performance or understanding. Research shows that feedback can be powerful in learning, but show considerable variability, indicating that some types of feedback are more powerful than others. Those studies showing the highest effect sizes involved students receiving information feedback about a task and how to do it more effectively. Lower effect sizes were related to praise, rewards and punishment.

As I am confinced that one of the key-factors in succesfull technology enhanced learning is using a task-centered learningmodel based on learning by giving and receiving feedback from peers (and teachers), I'm very interested in this study. I will write more on this matter in future blogs.

dinsdag 2 juni 2009

Waarom niet iedere docent zijn eigen leeromgeving?

In de afgelopen drie weken heb ik drie keer een college mogen geven aan nieuwe docenten van de HAN (en een aantal andere HBO-instellingen). Het college ging over E-Learning in het HBO en ik zoomde daarin in op een case uit de praktijk. Doel van het college was om de aanwezigen te 'Sensibiliseren, activeren en stimuleren in het gebruik van e-learning in het onderwijs'. Los van het feit dat het heel leuk is om zo'n college te geven, is het voor mij als adviseur ook handig om ervaringen en (ongezouten) meningen van relatief nieuwe gebruikers van de o.a. onze elektronische leeromgeving HAN-Scholar, te horen.

2 vragen die steeds terugkeerden uit de groep waren: 'Wat wil de HAN met HAN-Scholar' en 'Waarom mag ik als docent niet zelf bepalen welke leeromgeving ik inzet'. Het college duurde slechts een uur, dus ik had niet de gelegenheid om hier uitgebreid bij stil te staan. Maar de vragen zijn wel heel relevant.

Om met de eerste te beginnen: 'Wat wil de HAN met HAN-Scholar'. Het feit dat dit voor een beginnen docent niet duidelijk is, is op zichzelf niet zo raar. Er komen veel nieuwe dingen op je af en de meeste docenten zijn vooral bezig om op tijd hun lessen voor te bereiden en niet met het waarom van de ELO. Aan de andere kant is het blijkbaar zo dat de opzet en de communicatie rond HAN-Scholar onvoldoende duidelijk maakt wat we hier als HAN mee willen. De idee achter de ontwikkeling van de ELO, is namelijk dat we een systeem neergezet hebben, dat dusdanig flexibel is, dat elke docent (en student) hier zijn ei in kwijt kan. Risico van deze keuze is dat een (beginnend) docent ondergesneeuwd raakt in de grote hoeveelheid mogelijkheden en door de bomen het bos niet meer ziet. Dit pleit voor een goede ondersteuning van met name de beginnend docenten. Een opleiding moet hiervoor zelf helder maken wat ze met een ELO willen en vooral ook wat ze niet willen en op welke wijze ze de betrokken docenten hierin mee kunnen krijgen. Bij de meeste opleiding mist dit beeld en nog erger mist ook deze ondersteuning. Als ondersteunende organisatie staan we hier vervolgens deels machteloos, omdat wij niet verantwoordelijk zijn voor de eerste lijns ondersteuning. Mijn advies aan een beginnend docent is dan ook, kaart deze kwesties aan bij je opleidingsmanager. Hij of zij is de aangewezen persoon om dit op te pakken.

De tweede vraag heeft betrekking op de mate van standaardisatie van een ELO. De meeste HBO-instellingen kiezen voor 1 standaard leeromgeving, waar alle opleidingen gebruik van kunnen maken. De voornaamste overweging voor deze keuze is kostenreductie. Maar met argument is het moeilijk om een docent te overtuigen. Er is nog een andere belangrijke reden. Met het bieden van 1 elektronische leeromgeving is het namelijk ook mogelijk om een betere kwaliteit te realiseren. Dit kent een aantal kanten. Om te beginnen de ontwikkeling van de omgeving. Door de concentratie van de activiteiten op 1 omgeving, ben je als instelling in staat om alle inspanningen te focussen, waardoor je eenvoudiger kunt zorgen voor een up to date omgeving, dan als er sprake is van meerdere omgevingen. Daarnaast speelt de ondersteuning bij het inzetten van de omgeving een belangrijke rol. Doordat we ons concentreren op 1 omgeving is het eenvoudiger om de ondersteuning op een hoog niveau te professionaliseren, dan als we meerdere omgevingen in beheer zouden moeten nemen. Uiteindelijk is de keuze voor 1 standaard leeromgeving als het goed is in het belang van de student. Op centraal niveau is sprake van een bepaalde mate van standaardisering (1 leeromgeving), maar op decentraal niveau geven we de organisatie veel vrijheid zodat flexibilisering naar de onderwijsleersituatie mogelijk blijft. Ik zie het als de combinatie van twee voordelen, maar of iedereen het zo ziet?

Al met al doet deze college-reeks me concluderen dat we als centrale organisatie meer direct contact moeten hebben met de echte gebruikers, zodat we nog beter in staat zijn om ons aanbod vraaggericht in te vullen.

vrijdag 8 mei 2009

First encounters with animoto

Just a trialversion :-)

donderdag 30 april 2009

Let's twitter again

Last Tuesday I started to use 'Twitter'. As I brought my laptop to the conference and we had a free WiFi, we could also twitter during presentations. This resulted in lively discussions on the presentation and the subjects in general. For me it adds a lot to my learning, but I could also understand that if you are a presenter and your audience is 'twittering', it feels like they aren't paying attention to you story. We also discussed what to do with remarks that are ment to keep insite the organisation. Maybe you should make a remark at the beginning of your presentation, that you trust people to put their opinion on twitter and not the things a presenter says. Difficult dilemma.
For me, I think I'm addicted to this 'new' phenomenon. It is said it's used by geeks. Well maybe I'm a geek. I also read that most people that start with Twitter stop using it within a month. We'll see. One of the things I have to solve is how I can manage to 'follow' my tweeds, private blog, business blog, email and hyves in a more easy way.

woensdag 29 april 2009

Finding the right maturity model

My 'introduction' to Enterprise Architecture this week in London made a huge impression on me. Somehow almost all presenters at the conference managed to have too much to tell in too little time. As a consequence it took a lot of concentration to 'get the story'. Today was the second day of the conference and offered three parallel streams of presentations. I preferred the stream on EA in Government and the public sector. As a consequence we had a lot of presentations by dutch people. Some of the things I found interesting:
- try to have the business 'pull' in stead of the architects 'push'
- SOA at 3TU has performance problems
- there is not much experience on Enterprise Architecture in Higher Education in the Netherlands
- releases of functionality grouped to deliver maximum benefit for the minimum risk and price
- you don’t have to complete an entire EA framework to add value to a client
- a service = function and capability
- why EA? because we remember your future?
- when technological complexity meets social complexity there is never 1 solution
- architecture = a dialogue

Tomorrow I will go back home and try to figure out where to start within our organisation. I'm happy that I have met same 'partners in crime' on the matter of Architecture and hope that we will keep in touch in the near future.

Architects are Aliens

After the preconference by JISC, today the conference for architecture practitioners had it's kick off. It's the 22nd conference, what sounds like a long history on this subject. But the conference is held 4 times a year so that explaines it.
The first keynote was by Steve Kirby from SAP. He had the privilege to launch TOGAF 9 (the open group architecture framework) in Europe. He told us that a lot of TOGAF 9 is origanally from SAP EAF (enterprise architecture framework). Not all people on Twitter agreed on this.
Next to the SAP-selling-story we had a spotlight on Archimate. This was also a launch-presentation (of the modelling language Archimate).
The presentation on certification didn't attract my attention.
The final session of the morning was a panel discussion on 'Resisting Short term thinking'. It was an interesting discussion with a lot of viewpoints. To my opinion the following was interesting:
- in these economic times it's even more important for an architect to clearify to the business what is the added value of EA
- it's all about short term values, the 'big program' is dead
- architects should talk 'business', they have to know how descisions are made
- don't wait for the business to make to plans, but anticipate and help the business to define their plans
The afternoon I spend on the stream on business analysis.
The start by Ron Tolido sounded promising. He talked about trying to define a open methodoloy for business analysis.
I also liked the presentations by Nigel Green (author of'the book on communication 'Lost in Translation'). Nigel stated: there is no divide between IT and business, but only a communication problem. He introduced the VPEC-T model (values, policies, events, contenct, trust) with five ways of looking at a business information system.
Finally we had a workshop by Ann Rosenberg on Business process management. This was not what I expected. I guess the presenter had a lot of knowledge, but I didn't manage to get a grip on her story.

After the last workshop we went for the evening program on which I may come back later on.

And today was also my first day on Twitter, what a great invention. I will come back to Twitter as well (vanpopta, #ogadc)

maandag 27 april 2009

Rabbit in the headlights?

Before the start of the conference (this afternoon) JISC and Surf organised a workshop on Enterprise Architecture (EA) in Higher Education (HE). The title of the workshop is 'doing EA. The dutch delegation participated in this workshop by giving two presentations as Case Studies in the morning. One from Richard Valkering on the road to EA at the University of Amsterdam and another by Pepe Wildeman on Governance and the role of the Architect. These contributions to the workshop, but also the presentations of three english cases, gave interesting insites in current practices of EA within HE.

Some of the interesting parts I found were:

- an organisation must be ready for EA, before they start. We also discussed a maturity model (simple version: explorer, adopter, implementer, achiever, practitioner)
- involving the business by starting with specific problems. Also called 'starting with a burning platform'. Also refered to as using the incremental approach, building up the big picture through individual projects.
- governance is about organising demand and supply
- take notice of the way we talk ('talk english). Avoid using 'architecture'-language
- If you don’t want to go anywhere, you don’t need a vehicle. And If you don’t know where you’re going, a vehicle won’t help (vehicle: governance and EA)
- we tend to respond as a ‘rabbit in headlights’ – we are not mature enough to make the right choices in these times of rapid changes

Later on this week I will come back on some of these points.

During the workshop the tweeds were 'flying around'. Maybe this will be the start for me to start twittering as well, who knows. I will keep you informed.

We zijn begonnen......

Vanavond ben ik aangekomen in Londen voor het congres over Enterprise Architecture van de Open Group. Het bezoek aan het congres is tevens de start van de kerngroep Architectuur, bestaande uit een aantal mensen van hogescholen en universiteiten uit NL, die zich bezig houden met Architectuur en samengebracht door Ronald Ham namens SURF. Ik zag de meeste mensen vanavond voor het eerst bij een diner bij Le Caprice. Onder het genot van een heerlijk etentje hebben we gesproken over het nut en de noodzaak van de kerngroep. Vanzelfsprekend zijn we hier nog niet uit, maar we hebben een eerste start gemaakt. Raakvlakken zijn er in ieder geval op vraagstukken rond standaardisatie, de rol(len) van de architect en het werken met architectuurprincipes. Deze sluiten zeker aan bij waar we bij de HAN mee bezig zijn en dat is wat mij betreft een goede start. Ik ben heel benieuwd wat de rest van de week zal bieden.

vrijdag 24 april 2009

Fysiek minimum vs virtueel maximum

Woensdag heb ik het congres SamSam 2009 bezocht. De toevoeging van het jaartal doet vermoeden dat het een congres is dat al jaren bestaat, maar het was de eerste keer, dat Microsoft dit organiseerd. Het is een congres bedoeld voor het onderwijs en werd aangekondigd als een gebruikersdag met als thema Samenwerken. Ik heb helaas (vanwege de cursus Informatiemanagement, zie vorige blog) maar een halve dag kunnen bijwonen. Wat ik gezien heb vond ik eerlijk gezegd niet erg spannend. De keynote van de general manager van Microsoft NL (Theo Rinsema) ging over de nieuwe manier van werken bij Microsoft en de gap die hij zag met de studenten die van hogescholen en universiteiten komen. Het ontbreekt hen vooral aan een 'goede' werkstijl. Ook hebben ze een verkeerd beeld van wat werken is en zijn ze niet zelfstandig genoeg. Jammer dat dit in tijden van competentiegericht leren blijkbaar nog steeds een probleem is.
Interessant vond ik het concept 'fysiek minimum' versus 'virtueel maximum'. Binnen Microsoft NL is bekeken hoeveel tijd men minimaal op kantoor (fysiek) aanwezig moet zijn om optimaal te kunnen presteren. Dat is precies de vraag die we ons in het onderwijs ook moeten stellen. Discussies over contacturen en intensief onderwijs gaan hier echter tegenin.
Zeer sprankelend was Sywert van Lienden , dagvoorzitter en voormalig voorzitter van LAKS, die de zaal met een kritische toon bij het verhaal wist te betrekken.
Na deze keynote heb ik een presentatie van het Florijn College bijgewoond en deze viel helaas een beetje tegen. Waar de (marketing) aankondiging het had over Sharepoint als communicatie-, werk- en leeromgeving en een innovatieve manier van communiceren, delen en werken, verloor de presentator zich in het presenteren van het studentvolgsysteem, mij enigszins teleurgesteld achterlatend op weg naar de lunch. Daar hoorde ik dat de sessie van Nijenrode, grotendeels over de geschiedenis van het instituut ging.
Kortom, ik vind het een goed initiatief van Microsoft, maar graag de volgende keer iets kritischer naar de presentaties.

donderdag 9 april 2009

Start met Informatiemanagement

Zogezegd zijn we binnen de HAN gestart met de afdeling HIAM. Wij houden ons bezig met de informatiearchitectuur en het informatiemanagement binnen de HAN. Gezien het jonge bestaan van de afdeling en van de genoemde vakgebieden hebben we besloten om gezamenlijk een opleiding te beginnen. Onze keuze is op de masterclasses van ProEducation gevallen. 2 collega's volgen de Masterclass architectuur en ikzelf ben gister samen met een collega begonnen aan de Masterclass Informatiemanagement. Het is weer even wennen om in de 'schoolbanken' te zitten, maar de eerste sessie smaakt zeker naar meer. We moeten ook een paper schrijven en proberen hierin vanzelfsprekend iets uit te werken, dat we meteen in ons werk kunnen gebruiken. Het onderwerp wordt hoogstwaarschijnlijk de verbetering van de onderwijslogistiek binnen de HAN. Dit weekend moeten we een boek uitlezen voor de volgende keer, dus nu maar hopen dat het gaat regenen met Pasen :-).

maandag 6 april 2009

De strijd der architecten


Sinds een kleine twee jaar houd ik me naast Onderwijs & ICT ook bezig met Architectuur. En dan niet de architectuur van gebouwen, maar de architectuur van informatievoorziening. Een perfecte plek voor iemand die zich graag tussen de business en de ICT begeeft. Ook een plek waar veel spraakverwarring en strijd over methoden heerst. Daar kwam ik vandaag achter aan de hand van een link die ik doorgestuurd kreeg met een column van Daan Rijsenbrij.


Ik heb besloten om me toch wat verder in de heersende stammenstrijd te verdiepen, aangezien ik eind april naar een architectuur-congres in London ga. Het lijkt me handig dat ik dan een beetje weet wie wie is in de strijd der architecten.....wordt vervolgd.